Gepensioneerd en toch nog tijd om te bloggen.

Een aanvulling op twitter-account @eskorthof en dan met meer dan 140 tekens.

zondag 14 november 2021

Georg Frederick thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg

 


De familie Thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg is een oud en adellijk geslacht uit Frankenland in Duitsland. Halverwege de 16e eeuw vestigde de krijgsoverste Johan Onuphrius thoe Schwartzenberg zich in Friesland.
Georg Frederick was de kleinzoon van bovengenoemde Johan en werd op 30 november 1607geboren, waarschijnlijk op de state Groot Terhorne te Beetgum.

De familie Thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg is nog tot 1879 eigenaar van de state gebleven, maar in dit jaar werd het helaas afgebroken. Vanuit deze state was de familie ook eeuwenlang grietman en zelfs nog burgemeester van Menaldumadeel.



De ouders van Georg Frederick waren Georg Wolfgang thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg (1549-1633) en zijn 2e vrouw Doedt van Holdinga (1569-1646)
Eind december 1636 huwde Georg met de eveneens adellijke Agatha Tjaerda van Starkenborgh (1620-1670), die erfgenaam was van Herema State te Joure.
Uit het huwelijk van Georg en Agatha werden drie kinderen geboren: Johan Georg (1637), Georg Wolfgang (1638) en Isabelle Susanne (1639).



De twee zonen hadden net als hun vader een belangrijke militaire carrière.
Op 4 april 1625 werd Georg Frederick vaandrig in de compagnie van zijn oudste broer, ritmeester Wilco Holdinga thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg.
Op 24 februari 1631 werd hij kapitein, toen hij Quirijn de Blau opvolgde, die wegens ouderdom zal zijn gestopt.
In januari 1633 liep hij als kapitein mee in de lijkstatie van de overleden Friese stadhouder Ernst Casimir van Nassau-Dietz.

Op 16 januari 1637 werd hij sergeant-majoor, waarbij hij Ludolf Potter in die functie opvolgde die zelf luitenant-kolonel werd.
Op 16 september 1637 werd hij benoemd tot luitenant-kolonel van het 1e Friese Regiment Infanterie, waarbij hij opnieuw Ludolf Potter opvolgde die toen kolonel werd.
Op 3 maart 1639 werd hij door de Friese Staten benoemd als kolonel (over 8 Friese compagnies) van het gezamenlijke Friese-Groningse Regiment.
Dit regiment was toen net opgericht en heette vanaf 1647 weer het (3e) Friese Nassause Regiment.

Op 7 april 1646 werd hij echter kolonel van het 2e Friese Regiment Infanterie, omdat kolonel Jacques van Oenema grietman van Ooststellingwerf werd.

Deze topfunctie heeft hij nog tot 11 oktober 1660 uitgeoefend.

Hierna werd zijn zoon Georg Wolfgang thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg de volgende kolonel van dit regiment.

Tragisch genoeg kwamen beide zonen van Georg Frederick om in het bloedbad van de Slag bij Seneffe in België op 11 augustus 1674.

Dochter Isabelle trouwde in 1685 met een zoon van de Zweedse koning, Gustav Carlsson.
Zij werd de grootste grootgrondbezitter van Friesland en woonde ook op Groot Terhorne.

Op 25 januari 1670 of 1679 overleed Georg Frederick te Beetgum en zal in de kerk aldaar zijn bijgezet. Zijn grafsteen is helaas niet bewaard gebleven. Zijn vrouw Agatha was in 1670 ook al overleden.

(bron: Georg Frederick thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg (andrebuwalda.nl)


Zwartzenburg was oorspronkelijk een veenherenhuis.

In 1656 gingen Passchier Bolleman en zijn compagnons failliet en waren genoodzaakt de Drachtster Compagnonsvaart, de dwarsvaarten en alle daarbij horende zaken te verkopen. De nieuwe eigenaren waren jonker Feijo van Heemstra en Isbrandus van Ecofeen tot Berchklooster.

Uit het boek "Verveningen en verveners in Friesland' van W. Visscher.





Kaart van Broerio Boelens uit 1664.




kaart van Bernardus Schotanus à Sterringa rond 1700







dinsdag 17 augustus 2021

6 ÷ 2 ( 1 + 2)

 6  ÷ 2 ( 1 + 2)

Een steeds weer terugkerende discussie zonder happy end?

Je kunt hierbij drie vragen stellen.

Wat wil je uitrekenen?

Welke rekenconventie gebruik je daarbij?

Hoe noteer je dat eenduidig volgens die conventie?

De eerste vraag zie je zelden beantwoord bij dit probleem. Bij de tweede vraag wordt vaak teruggevallen op de basisafspraken voor het rekenen met getallen hier te lande (waarin de distributieve eigenschap niet genoemd wordt) en bij de derde vraag ontstaan de misverstanden door hybride of verwarrende notaties.

En helaas, rekenmachines maken de verwarring alleen maar groter, juist door die verschillende conventies, c.q. interpretaties van deelteken en haakjes, waarin de vermenigvuldiging impliciet aanwezig is.

Rekenmachines.


 

Rekenregels met getallen.


Cruciaal is de opmerking "eerst bereken wat binnen de haakjes staat", terwijl bij algebraïsche bewerkingen juist geldt: "eerst de haakjes verdrijven". 

Wat wordt er eigenlijk berekend?


De discussie over  6 : 2 ( 1 + 2 ) doet mij denken aan de vraag hoe je ab : ac moet interpreteren.

Staat hier (a x b) : ( a x c) en dus b/c of wordt hier bedoeld  a x b : a x c? Dan is het antwoord bc.

Hier botsen de basisrekenregels rond x, :, + en – met de algebraïsche rekenregels waarbij vermenigvuldiging impliciet en expliciet voorkomt.

Rekenen en algebra.

In 6 : 2 ( 1 + 2 ) botsen het principe van “eerst uitrekenen wat tussen haakjes staat” van de elementaire rekenregels met getallen en het principe van “eerst de haakjes verdrijven”, zoals dat bij algebraïsche rekenregels geldt, waarbij opgemerkt zij dat de distributieve eigenschap uit de algebra een onbekend fenomeen is bij het rekenen met getallen, zoals dat op de basisschool geleerd wordt.

Dus  is 6 : 2 ( 1 + 2) = 6 : 2 x (1 + 2) = 6 : 2 x 3 = 9 of 6 : 2 (1 + 2 ) = 6 : (2 + 4) = 6 : 6 = 1 ?

(Om maar te zwijgen van 6 : 2 ( 1 + 2 ) = 6 : 2 + 4 = 7)

Ik denk dat a : b ( c + d ) een algebraïsch minder toelaatbare notatie is, met andere woorden, dat : in algebraïsche schrijfwijzen geen plaats heeft omdat er geen onderscheid blijkt tussen