Gepensioneerd en toch nog tijd om te bloggen.

Een aanvulling op twitter-account @eskorthof en dan met meer dan 140 tekens.

woensdag 11 november 2015

Mijn wiskundeboekenlijstje


Sinds ik met pensioen ben heb ik meer tijd om naast de noodzakelijke literatuur ook de meer verstrooiende wiskundeboeken ter hand te nemen. Alhoewel, ook tijdens mijn actieve jaren als docent wiskunde hadden leuke boeken over wiskunde en aanverwante zaken mijn  belangstelling.
In de loop de jaren vullen ze inmiddels een paar flinke boekenplanken.
Tijd om dit leesgenoegen te delen met anderen. Een dwarsdoorsnede van mijn wiskunde-boekenkast, waar het lichte en zwaardere genre broederlijk naast elkaar staan:

1. Jan van der Craats – Een passie voor symmetrie.
Epsilon Uitgaven, Amsterdam
Een aantal jaren geleden vertelde Jan van der Craats over zijn passie voor symmetrie, en zijn ordenende ontdekkingstocht in de wereld van symmetrie, in een schitterende digitaal geïllustreerde workshop op de Nationale Wiskundedagen.  In dit prachtige boekje legt hij hierover veel vast.

2. Genieten van getallen – Alexander Bellos.
Kosmos Uitgevers, Utrecht/Antwerpen

“Hoe getallen het leven weerspiegelen en het leven getallen”. Misschien heb je meegedaan aan Alex’ twitterenquete met de vraag wat  je het mooiste getal vond. In dit boek komt hij op de verzamelde antwoorden terug, maar vertelt nog veel meer over de wereld van gewone en ongewone getallen, getalpatronen, de wiskunde achter getallen en de geschiedenis ervan en nog veel meer. Je blijft lezen.

3. Wiskunde in je vingers – Ronald Meester en Joost Hulshof
VU University Press
“Een oppepcursus voor liefhebbers en andere freaks”. Of een liefhebber van wiskunde een freak is weet ik niet, maar een wiskunde-liefhebber moet je wel zijn voor dit boek. Losjes gebaseerd op nascholingscursussen voor docenten brengen de auteurs, regelmatig gelardeerd met zelfwerkzaamheidbevorderende opgaven en vele voetnoten, een aantal onderwerpen uit analyse en kansrekening, op geheel eigen wijze voor het voetlicht. Bekend of minder bekend, weggezakt of nog paraat, het gaat even wat verder dan vwo-B en het leest niet even gemakkelijk weg. Je moet er echt even voor gaan zitten en de grijze cellen laten werken. Maar dan levert het je wel inzichten in boeiende wiskunde.

4. Ik was altijd heel slecht in wiskunde – Jeanine Daems en Ionica Smeets.
Uitgeverij Nieuwezijds, Amsterdam

De wiskundemeisjes, welbekend in de wiskundewereld en de wetenschapsjounalistiek, presenteren op een aanstekelijke wijze, van hen bekend, een aantal, voor ingewijden niet echt nieuwe, wiskundige onderwerpen en misverstanden op een manier die voor iedereen te begrijpen is. Gewoon een leuk boek, en daar blijft het niet bij, want via de leestips wordt je verder aan het lezen gezet, tenminste, als je geen voorrang geeft aan de museumtips, de doe-het-zelf-tips of de kijktips, dan wel aan het winkelen gaat dank zij de cadeautips.

5. Is God een wiskundige? – Mario Livio
Uitgeverij Veen Magazines, Diemen
Deze titel intrigeerde me en de flaptekst al helemaal. Maar ik heb eerst boven- en onderstaande boeken, en nog een paar andere gelezen. Deze ligt nog op de stapel. Het wordt wel een uitdaging, maar vast een hele genietbare, want het duikt ook de geschiedenis in en ruimt ook plaats in voor filosofen en theologen, naast wiskundigen, van toen en nu.

6. Bach en het getal Kees van Houten en Marinus Kasbergen
De Walburg Pers, Zutphen
Jaren geleden al eens aan de orde geweest in een workshop op de Nationale Wiskundedagen, de  wiskundige structuur die in de muziek van Bach terug te vinden is.  Dit al langer bestaande werk gaat daar wel zeer doorwrocht op in. Dat vraagt veel aandacht en energie om te lezen en het is dan ook geen werk dat je even zo doorleest. Veel schema’s, getallen, structuren. Een alter ego van de structuren die Jan van der Craats beschreef, en dan vele male diepgaander en fundamenteler.
Wie Gödel, Escher, Bach uit heeft weet waaraan hij hier begint.
Ik geloof dat ik meer geniet van de muziek van Johann Sebastian Bach dan dat ik kon genieten van de soms toch wel erg vergaande interpretatie van de veronderstelde getallensymboliek in Bach’s werken.
Maar aan de andere kant, als je luistert naar Bach’s Toccata en Fuga BWV 540 en je verdiept in de structuur van dat werk dan wil je er toch meer van weten.

7. De man die kon rekenen – Malba Tahan
Sijthoff, Amsterdam

Een in de stijl van de Duizend-en-één-nacht fraai geschreven boek, onder pseudoniem door een Braziliaanse wiskundige, over allerlei misschien bekende maar ook minder bekende rekenraadsletjes en wiskundige puzzeltjes. Onderhoudend. Of het nog verkrijgbaar is? Kijk altijd even bij bol.com

8. Het rekentheater – Adri Treffers
Atlas, Amsterdam/Antwerpen
Lijkt qua onderwerpen een beetje op het vorige boek, maar in een heel andere sfeer geschreven. Allerlei wiskundige en rekenkundige problemen worden vanuit diverse achtergronden, ook autobiografische, naar voren gehaald en dan besproken op een toegankelijke wijze. Misschien biedt ook hier bol.com nog een uitweg als de boekhandel nee verkoopt.

9. Nieuwe getallenstelsels – Arno van Essen
Uitgeverij Veen Magazines, Diemen
Toen ik in dit boek bladerde, zag ik dat Emmy Noether er in genoemd werd en dat de ringentheorie aan de orde kwam. Daar heb ik nog college over gevolgd, maar het meeste ervan is nooit ergens meer aan de orde geweest en de kennis is weggezakt. Daar wil ik nu toch wel weer opnieuw en meer van weten! Het gaat over de schoonheid en nut van ongewone wiskunde. Het pas aangeschafte boek ligt bovenop de stapel, ik ben zeer nieuwsgierig!

Getallen blijven boeien, omdat er zo veel over te vertellen is, zowel vanuit historisch perspectief als puur wiskundig. Ik noem nog een drietal boeken, die misschien ook alleen nog maar tweedehands te achterhalen zijn:
  • Het getal. Van Kleitablet tot computer – John McLeish (Amber, Amsterdam)
  • 1 t/m 9. De anatomie van het getal – Andrew Hodges (uitgeverij Veen Magazines, Diemen)
  • Woordenboek van eigenaardige en merkwaardige getallen – David Wells (Uitgeverij Bert Bakker – Amsterdam)
En dan mis ik nog: De wereld van het getal van Georges Ifrah, al lang niet meer leverbaar, dat overigens wel in het Engels (The universal history of numbers) of Frans (L’histoire universelle des chiffres) leverbaar is.
In mijn Openbare Bibliotheek vond ik nog een aantal aardige boeken van Hans van Maanen, wetenschapsjournalist (http://www.vanmaanen.org/hans/index.html )
FC Algebra, 7 op de schaal van Richter, Zoete koek en speculatie, Archimedes Newton en Murphy.

Het is maar goed dat ik met pensioen ben en tijd van lezen heb… (en niet alleen over wiskunde, ik zit nu op een leesgroep geschiedenis en we hebben net “Eigen meester, niemands knecht” van Cees Fasseur, de biografie van Pieter Gerbrandy, gelezen en dan weet je een heleboel, echt een heleboel meer over wat er voor de oorlog, en in de oorlog in Londen allemaal gebeurde, maar ook na die tijd rond Indië, of over Wilhelmina en nog veel meer!)
En als ik niks meer te doen heb en even mijn geest wil scherpen dan pak ik:
Merkwaardige & interessante puzzels – David Wells (Ooievaar, Amsterdam)
Voor een prikje op de kop getikt bij de Slegte, toen nog, en zoals het titelblad vermeld: een duizelingwekkende verzameling logische en wiskundige hersenbrekers.
En dan heb ik het nog niet gehad over een aantal zogenaamde salontafelboeken die over wiskunde gaan. Van die blader- en kijkboeken, die, soms oogstrelend, en vaak heel beeldend en uitdagend, de wiskunde meer ”in beeld” dan “in tekst” brengen en het altijd goed doen om ze een beetje nonchalant in de huiskamer te laten slingeren om je status als wiskundige te ondersteunen….

TOEVOEGING

P.S. Wat betreft de wiskundige literatuur waarin ik de afgelopen jaren gegrasduind heb mag eigenlijk het werk van Thomas Cool, die onder de wetenschappelijke naam Thomas Colignatus diverse publicaties over wiskunde op zijn naam heeft staan, niet ontbreken.
Ik heb kennis genomen van:
A child wants nice and no mean numbers  http://thomascool.eu/Papers/NiceNumbers/Index.html
De schrijver heeft vele bezwaren tegen het huidige reken- en wiskundeonderwijs in Nederland, tegen de wiskunde in de huidige vorm en opzet en ook op het gebeid van de didactiek van de wiskunde heeft hij veel op en aan te merken. En een aantal van zijn bezwaren kun je je goed voorstellen.
Dat resulteert enerzijds in een zeer strijdbare opstelling om hierin veranderingen aan te brengen en anderzijds  in een stortvloed van suggesties om het allemaal, soms totaal, anders te doen, uitvoerig beschreven en toegelicht in deze boeken. Of alle oplossingen even praktisch en reëel  uitvoerbaar zijn, that’s the question.
De schrijver komt daarbij met vele nieuwe, of misschien deels ook nieuw uitgewerkte ideeën, waarbij zijn originaliteit, nauwgezetheid en doortastendheid, meestal ook helderheid en zeker consequentheid opvallend zijn. Hij ontwikkelt zijn alternatieve ideeën grondig vanuit zijn kritiek op de bestaande wiskunde en de didactiek ervan.
Het gaf mij een indruk alsof we hier een wiskundige Zamenhof aan het werk zagen, die een nieuw mathematisch Esperanto aan het ontwerpen is, maar daarbij overheerste wel het gevoel dat Zamenhof met zijn Esperanto meer succes had en heeft bereikt dan Colignatus ooit zal bereiken met zijn doelstellingen. Colignatus’ wiskunde lijkt een soort parallelle wiskunde, waarin bepaalde principes en uitgangspunten van de klassieke wiskunde overboord zijn gezet en vanuit een aantal nieuwe inzichten een qua symboliek, vormgeving, benoeming en en duiding een vanuit de klassieke wiskunde niet meer hanteerbare theoretische constellatie is ontstaan.
Wat niet betekent dat het geheel wat Colignatus te berde brengt op zich genomen ter kennisname, ter bestudering en ook ter bekritisering niet aanbevelenswaardig zou zijn. Men leze zelf en oordele.
Er zijn de nodige, positieve en negatieve, kritieken geformuleerd op de werken van Colignatus. Het is jammer dat hij moeilijk overweg kan met negatieve kritiek en kritische commentaren vaak als een aanval ervaart, die met veel verbaal geweld, soms op de persoon, gepareerd moet worden, zonder adequaat op de inhoud in te gaan.
(Ik heb mijn oordeel in eerdere blogs al eens gegeven en ben daarover de les gelezen).
Waar de publicaties van Colignatus op zich wat betreft hun mathematische inhoud evenzeer bestudering verdienen als andere publicaties gooit hij zijn eigen glazen ten aanzien van waardering, respect en erkenning in met de uiterst polemische manier waarop hij zijn strijdbare opstelling als genoemd vorm geeft.
Als voorbeeld moge dienen een onlangs door hem aan de Vaste Kamercommissie voor Onderwijs (Brief aan de Vaste Commis­sie voor Onder­wijs van de Tweede Kamer) gestuurde brief waarin hij met vrijwel alles en iedereen in wiskunde(onderwijs)land de vloer aanveegt en zo blijk geeft vrijwel alleen te staan in zijn streven naar beter wiskundeonderwijs. Zo dat streven krediet zou verdienen, zulke brieven verdienen dat wat mij betreft niet. Ze spannen in ieder geval het paard achter de wagen en zullen zonder effect blijven.

1 opmerking:

  1. Hoe Thomas Cool bovenstaande opgevat heeft kunt u leen in:
    http://thomascool.eu/Papers/AardigeGetallen/2015-12-14-NegatieveKritiek-versus-DeManSpelen.html

    BeantwoordenVerwijderen