Op een Open Monumentendag stonden in Enschede enige jaren
geleden de gebouwen van architect de Bazel open voor het publiek. In één ervan
was een architectenbureau gehuisvest. Die stelde die dag een maquette ten toon
van de toen toekomstige Scholingsboulevard.
Een futuristisch gebouw met een grote schotel op het dak. De
architect vertelde met enthousiasme welke moderne onderwijskundige ideeën er in
verwerkt waren. Geen lokalen meer, maar allerlei open werkruimtes, een gebouw
gecreëerd voor grote aantallen leerlingen.
Ik had toen al mijn bedenkingen. Het ging om
vmbo-leerlingen. Die waren voor mijn gevoel meer gebaat bij structuur en
overzichtelijkheid, vooral niet bij grootschaligheid en massaliteit.
In Enschede waren er een aantal vmbo-scholen, voormalige
LTS-scholen, (RK, protestants en gemeentelijk) die te goeder naam en faam
bekend stonden, degelijke, redelijk kleinschalige opleidingen waar docenten de
leerlingen kenden en omgekeerd en leraren en leerlingen met plezier en
tevredenheid werkten en ouders hun kinderen met vertrouwen naar toe stuurden.
Maar de veranderingen in het vmbo, noodzakelijke
investeringen en het teruglopende aantal leerlingen maakten samenwerking,
grotere verbanden en fusies noodzakelijk.
Allereerst gingen devreschillende scholen voor LTS en MAVO samen met HAVO en VWO op in drie
grote scholengemeenschappen, nog gescheiden naar denominatie. De MAVO verdween
van het toneel en het vmbo-t werd vaak samengevoegd met havo en vwo in één
gebouw. In Enschede ging vervolgens het confessioneel (protestants en RK) onderwijs
samen in één groot geheel met vele locaties en aan de andere kant ontstond een gemeentelijke
onderwijsmastodont.
Die twee zo ontstane onderwijspoten kwamen met het mbo toen
op het lumineuze idee van de Scholingsboulevard. De opzet was: De eerste twee
jaren van het vmbo werden ondergebracht bij de bestanden
vmbo-havo-vwo-vestigingen, en kregen daar vaak een eigen, beschermde, afdeling.
De laatste twee jaren werden ondergebracht in twee van die
eerdergenoemde futuristische gebouwen die werden neergezet op de plaats van de
vroegere confessionele LTS-locaties. Vervolgens werden de eerste jaren van het
MBO aan de Scholingsboulevard toegevoegd met het doel de vmbo-leerlingen goed
verder te helpen aan een vervolgopleiding. De openbare Ambachtsschool, een
icoon van de stad waar vele Enschedeërs hun opleiding hadden gevolgd, kwam leeg
te staan.
Het idee alleen al: vmbo-ers behoren tot de meest kwetsbare
categorie leerlingen, zeker als ze van het PO komen, die de nodige aandacht,
begeleiding, structuur en overzicht nodig hebben. Ze werden weggestopt in grote
gebouwen tussen de havo- en vwo-leerlingen en na twee jaar er weer uitgeschopt
om opgeslokt te worden door een megagroot opleidingsinstituut.
Maar niet alleen de leerlingen, ook de docenten werden als
pionnen op het onderwijsschaakbord heen en weer geschoven. Zij kregen uitvoerig
te horen hoe het allemaal zou gaan moeten, maar werden er nauwelijks bij
betrokken over hoe het dan zou moeten en kregen zeker geen inspraak of het wel
zou moeten, allemaal. Ze werden van locatie naar locatie geschoven, gesplitst,
samengevoegd, ingedeeld, oude vertrouwde teams werden doorbroken en van elkaar
verschillende onderwijsculturen werden op één hoop geveegd. In een paar jaar tijd werden er een reeks
gigantische en steeds veranderende veranderingen uitgestort over de hoofden van
de vmbo-collega’s, onderwijskundig, organisatorisch, qua werkplek, nieuwe
collega’s, nieuwe superieuren, nieuwe doelen en strategieën. De ene wijziging
was nog niet afgerond of de volgende stond alweer voor de deur. Ze hadden er
niet om gevraagd, ze hadden ieder op hun locatie de zaakjes prima voor elkaar,
maar werden toen, ongevraagd, in het diepe gegooid, eigenlijk zonder dat er
voldoende water in het bassin stond, terwijl de noodzakelijke zwembanden of
reddingsboeien ontbraken of niet functioneerden.
Want toen de Scholingsboulevard geopend werd bleek het
gebouw niet te passen bij het onderwijs wat er gegeven moest worden en helemaal
al niet bij de leerlingen die er gebruik van zouden gaan maken. De docenten
waren al even slecht voorbereid en geschoold in al die nieuwe ideeën en vormen
die er moesten worden gerealiseerd. Een
heterogeen en niet echt goed op elkaar ingewerkt team docenten werd de wei in
gestuurd met een organisatie die nog niet op poten stond, roosters die niet
klopten, lokalen die er niet waren, ruimtes, die niet geschikt waren, afspraken
die niet doorgesproken en goed onderbouwd waren dan wel nagekomen werden,
werkplannen die niet aanwezig waren of voldeden en leerlingen die letterlijk en
figuurlijk de weg kwijt waren en verloren raakten in het te grote geheel. Het
begon met een chaos en dat bleef het lange tijd. Het was niet meer hun eigen
school, hun eigen onderwijs en hun eigen aanpak, die de docenten in praktijk
mochten en konden brengen, het werd hen allemaal opgelegd of op z’n minst
slecht of onvoldoende met hen voorbereid. Er waren tal van inschattingsfouten
aan de orde. Keulen en Aken zijn niet op één dag gebouwd, maar er waren in het
Enschedese onderwijs nu eenmaal enkele mensen die dachten, dat ze zo’n mammoet
wel even zo uit de grond konden stampen, of liever: laten stampen.
Één van de aardigheidjes van de architecten, waaruit bleek
dat ze totaal niet competent waren om een schoolgebouw voor vmbo-onderwijs te
ontwikkelen, was die vliegende schotel, een grote ronde ruimte van meerdere
verdiepingen, in het midden open, waar op de rondlopende gaanderijen geen
toezicht was te houden omdat het overzicht ontbrak. Stond je als docent aan de
ene kant, dan waren de leerlingen aan de andere kant, met een groot gat
ertussen. Stel het je maar voor.
Onvoldragen lesprogramma’s, veel lesuitval, tussenuren, slechte
communicatie, niet goed werkende (digitale) infrastructuur, noodzakelijke
verbouwingen en aanpassingen, dolgedraaide en zieke docenten, leerlingen die de
buurt terroriseerden, leerachterstand en wat voor ellende niet al. Boze ouders,
steeds nieuwe beloften, verloop van docenten en leiding, maar men kreeg geen of
onvoldoende greep op het geheel.
De Scholingsboulevard kwam in een kwaad daglicht te staan, de
ouders gingen de school mijden en stuurden hun leerlingen liever naar
vmbo-scholen buiten de stad, de leerlingenaantallen werden bij lange niet
gehaald, schoolleiders kwamen en gingen en de rectoren die indertijd glimmend
van trotst hun met fraai onderwijsjargon opgetuigde plannen hadden
gepresenteerd, verdwenen de één na de ander van het toneel, je mag wel zeggen:
met de noorderzon dan wel de staart tussen de benen.
En ten slotte viel de Scholingsboulevard om.
“Voortschrijdend” inzicht draaide een aantal zaken weer terug. VMBO-leerlingen
kunnen nu weer de volledige 4 jaar op één en dezelfde locatie hun opleiding voltooien. De confessionele en
de gemeentelijke vmbo werden weer uit elkaar gevlochten en kregen elk een
gebouw. En Enschede heeft er een tweetal architectonisch opvallende bouwwerken
aan over gehouden, monumenten van megalomaan en onderwijskundig mismanagement,
ontstaan omdat de expertise van de gewone vmbo-docent niet aan de orde was en
de leerling al helemaal uit het gezicht van die onderwijskundigen was verdwenen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten