Gepensioneerd en toch nog tijd om te bloggen.

Een aanvulling op twitter-account @eskorthof en dan met meer dan 140 tekens.

dinsdag 7 juni 2016

GR en CE bij wiskunde B HAVO en VWO

links naar examens en correctievoorschriften:

Gebruik GR in CE VWO wiskunde B 2016 (1e tijdvak)

Alleen de vragen 2 en 5 steunen zwaar op het gebruik van de GR.
Bij vraag 5 is 1 van de 3 punten te verdienen zonder GR en bij vraag 2 is dat 1 van de 5 punten (nog afgezien van het feit dat je de afgeleide van de functie die al in vraag 1 gevraagd wordt nodig hebt).
Bij vraag 3 komt de GR alleen aan het eind te pas, na het nodige algebraïsche voorwerk, dat 4 van de 6 punten oplevert. Bij vraag 6 levert het voorwerk 2 van de 4 punten op.
Overigens kan gesteld worden dat het gebruik van de GR in vraag 2, 3 en 5 een omslachtig intoetsen van formules vraagt, wat op zich niets toevoegt aan het niveau van het examen.
De lengte van een kromme bepalen met een integraal zoals bij vraag 2 zal bij de meeste functies niet lukken zonder GR. Op zich is vraag 2 een acceptabele vraag.
Het bepalen van de vergelijking van een parabool bij vraag 3 was op zichzelf een mooie vraag, de rest van de vraag is stom knoppenwerk.
De vraag naar de afgeleide van z bij vraag 6 is te stellen, het berekenen van de maximale zuigersnelheid was een miskleun, waarover al de nodige staffen gebroken zijn. Misschien het doorrekenen met de tweede afgeleide een beter, wiskundig, perspectief geboden
Aan de overige vragen komt geen GR te pas.
Dat komt neer op 4 van 17 vragen met gebruik van GR, dat is nog geen 24 %, maar als we naar de punten kijken zijn er 9 van de 77 punten te verdienen met een juist gebruik van de GR, dat is de helft minder, nog geen 12 %.
Er zij de laatste jaren examens geweest waar de GR minder aan te pas kwam of minder omslachtigheid vroeg. Maar dat de GR te aanwezig of bepalend was voor dit examen kan moeilijk gesteld worden.
De mogelijkheid om vragen te stellen waaraan de GR niet te pas komt kan zeker (nog) beter benut worden dan dit jaar, in principe is 100 % mogelijk en voor dit niveau ook wenselijk. De mogelijkheid om vragen te stellen waarbij de GR een zinvolle rol speelt is dit jaar zeker niet erg benut.
Wat betreft het niveau van dit examen kreeg ik de indruk dat de kandidaten vrij stevig werden aangesproken op hun kennis en vaardigheden, er zaten pittige vragen bij, waar je je niet met een Jantje van Leijden af kon maken.

Gebruik GR in CE HAVO wiskunde B 2016 (1e tijdvak)

In dit examen worden regelmatig berekeningen gevraagd die ook met een gewone rekenmachine gedaan kunnen worden en geen gebruik maken van specifieke GR-opties.
Dat geldt bijvoorbeeld voor het percentage in vraag 1, de oppervlakte in vraag 3, de periode in vraag 7 en ook de P-waarden in vraag 9. Ook de vragen 12 en 14 zijn rekenvragen, waarvoor alleen een gewone rekenmachine nodig is. (wat in ieder geval duidelijk maakt dat een rekentoets een overbodigheid is op dit niveau)
Er zijn in feite alleen in vraag 5, 6, 8 en 13 specifieke GR-opties, het oplossen van een vergelijking, nodig. Dat betreft 15 van de 77 punten, waarvan overigens 7 voor het voorbereidende werk worden toegekend.
Dat wil zeggen, dat ruim 10 % van de punten met echte GR-vragen verdiend kunnen worden.
De rekenvragen, voor zover het echt rekenmachinerekenwerk vraagt, leveren wat dit rekenwerk zelf betreft ongeveer 15 punten op (bij vraag 1 en 3 is het een en al optellen en vermenigvuldigen aan de hand van ruimtelijke figuren).
Een enkele van deze rekenvragen zou niet misstaan in een HAVO wiskunde A-examen, zoals de vragen 12 en 14.
Vraag 7 (periode) en 9 (inzicht in een sinusoïde) passen goed bij het niveau van HAVO wiskunde B, wat ook geldt voor vraag 15, waar het logaritmebegrip wordt getoetst, en de logtoets gebruikt.
Zo kom ik op 12 à 13 vragen zonder GR of "gewoon" rekenwerk, dus meer "wiskunde" dan wat anders, rond 60 tot 65 %. Echt GR-werk was er in 20 % van de vragen.
HAVO wiskunde B bevatte voor het laatst ruimtemeetkunde-vragen, de Blokkendoos (en geen balkendoos) met 9 punten en vragen over een prisma met 9 punten.
Het accent lag te veel op het rekenwerk, maar niet te veel op de grafische rekenmachine. Er had meer algebra en analyse in mogen zitten. Het gebruik van de GR was voor dit niveau gepast, hoewel er best ook wat meer eigen vaardigheid bij het oplossen van vergelijkingen en andere algebraïsche vaardigheden gevraagd had mogen worden.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten