links naar examens en correctievoorschriften:
Gebruik GR in CE VWO wiskunde B 2016 (1e
tijdvak)
Alleen de vragen 2 en 5 steunen zwaar op het
gebruik van de GR.
Bij vraag 5 is 1 van de 3 punten te verdienen
zonder GR en bij vraag 2 is dat 1 van de 5 punten (nog afgezien van het feit
dat je de afgeleide van de functie die al in vraag 1 gevraagd wordt nodig
hebt).
Bij vraag 3 komt de GR alleen aan het eind te
pas, na het nodige algebraïsche voorwerk, dat 4 van de 6 punten oplevert. Bij
vraag 6 levert het voorwerk 2 van de 4 punten op.
Overigens kan gesteld worden dat het gebruik
van de GR in vraag 2, 3 en 5 een omslachtig intoetsen van formules vraagt, wat
op zich niets toevoegt aan het niveau van het examen.
De lengte van een kromme bepalen met een
integraal zoals bij vraag 2 zal bij de meeste functies niet lukken zonder GR.
Op zich is vraag 2 een acceptabele vraag.
Het bepalen van de vergelijking van een
parabool bij vraag 3 was op zichzelf een mooie vraag, de rest van de vraag is
stom knoppenwerk.
De vraag naar de afgeleide van z bij vraag 6 is te stellen, het berekenen
van de maximale zuigersnelheid was een miskleun, waarover al de nodige staffen gebroken
zijn. Misschien het doorrekenen met de tweede afgeleide een beter, wiskundig,
perspectief geboden
Aan de overige vragen komt geen GR te pas.
Dat komt neer op 4 van 17 vragen met gebruik
van GR, dat is nog geen 24 %, maar als we naar de punten kijken zijn er 9 van
de 77 punten te verdienen met een juist gebruik van de GR, dat is de helft
minder, nog geen 12 %.
Er zij de laatste jaren examens geweest waar
de GR minder aan te pas kwam of minder omslachtigheid vroeg. Maar dat de GR te
aanwezig of bepalend was voor dit examen kan moeilijk gesteld worden.
De mogelijkheid om vragen te stellen waaraan
de GR niet te pas komt kan zeker (nog) beter benut worden dan dit jaar, in
principe is 100 % mogelijk en voor dit niveau ook wenselijk. De mogelijkheid om
vragen te stellen waarbij de GR een zinvolle rol speelt is dit jaar zeker niet erg
benut.
Wat betreft het niveau van dit examen kreeg ik de indruk dat de kandidaten vrij stevig werden aangesproken op hun kennis en vaardigheden, er zaten pittige vragen bij, waar je je niet met een Jantje van Leijden af kon maken.
Wat betreft het niveau van dit examen kreeg ik de indruk dat de kandidaten vrij stevig werden aangesproken op hun kennis en vaardigheden, er zaten pittige vragen bij, waar je je niet met een Jantje van Leijden af kon maken.
Gebruik GR in CE HAVO wiskunde B 2016 (1e
tijdvak)
In dit examen worden regelmatig berekeningen
gevraagd die ook met een gewone rekenmachine gedaan kunnen worden en geen
gebruik maken van specifieke GR-opties.
Dat geldt bijvoorbeeld voor het percentage in
vraag 1, de oppervlakte in vraag 3, de periode in vraag 7 en ook de P-waarden
in vraag 9. Ook de vragen 12 en 14 zijn rekenvragen, waarvoor alleen een gewone
rekenmachine nodig is. (wat in ieder geval duidelijk maakt dat een rekentoets
een overbodigheid is op dit niveau)
Er zijn in feite alleen in vraag 5, 6, 8 en 13
specifieke GR-opties, het oplossen van een vergelijking, nodig. Dat betreft 15 van
de 77 punten, waarvan overigens 7 voor het voorbereidende werk worden
toegekend.
Dat wil zeggen, dat ruim 10 % van de punten
met echte GR-vragen verdiend kunnen worden.
De rekenvragen, voor zover het echt
rekenmachinerekenwerk vraagt, leveren wat dit rekenwerk zelf betreft ongeveer
15 punten op (bij vraag 1 en 3 is het een en al optellen en vermenigvuldigen
aan de hand van ruimtelijke figuren).
Een enkele van deze rekenvragen zou niet misstaan
in een HAVO wiskunde A-examen, zoals de vragen 12 en 14.
Vraag 7 (periode) en 9 (inzicht in een sinusoïde)
passen goed bij het niveau van HAVO wiskunde B, wat ook geldt voor vraag 15,
waar het logaritmebegrip wordt getoetst, en de logtoets gebruikt.
Zo kom ik op 12 à 13 vragen zonder GR of "gewoon" rekenwerk, dus meer "wiskunde" dan wat anders, rond 60
tot 65 %. Echt GR-werk was er in 20 % van de vragen.
HAVO wiskunde B bevatte voor het laatst
ruimtemeetkunde-vragen, de Blokkendoos (en geen balkendoos) met 9 punten en
vragen over een prisma met 9 punten.
Het accent lag te veel op het rekenwerk, maar
niet te veel op de grafische rekenmachine.
Er had meer algebra en analyse in mogen zitten. Het gebruik van de GR was voor
dit niveau gepast, hoewel er best ook wat meer eigen vaardigheid bij het
oplossen van vergelijkingen en andere algebraïsche vaardigheden gevraagd had
mogen worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten