Kwadraten "halverwege" de gehele getallen.
(1½)2
= (3/2)2 = 9/4 = 2 ¼ = 1 · 2 + ¼ = 12
+ 1 + ¼
(2½)2
= (5/2)2 = 25/4 = 6 ¼ =
2 · 3 + ¼ = 22 + 2 + ¼(3½)2 = (7/4)2 = 49/4 = 12 ½ = 3 · 4 + ¼ = 32 + 3 + ¼
vanwege (n + ½)2 = n2 + 2 · n · ½ + ( ½ )2
= n2 + n + ¼ = n(n + 1) + ¼
(Met dank
aan David Dijkman)
1 ½ · 2 2/3 = 3/2 · 8/3 = 4
2 2/3 · 3 ¾
= 8/3 · 15/4 = 10
3 ¾ · 4 4/5
= 15/4 . 24/5 = 18
4 4/5 · 5
5/6 = 24/5 · 35/6 = 285 5/6 · 6 6/7 = 35/6 · 48/7 = 40
Wat is er
te vertellen over de rij 4, 10, 18, 28, 40, … ?
De
quotiënten zijn 10/4, 18/10, 28/18,.. geven
geen regelmaat.
De eerste
verschillen zijn 6, 8, 10, 12, …
De tweede
verschillen zijn 2, 2, 2, …
Dus er is sprake
van een kwadratisch verband x2 + ax + b
x = 1 geeft 1 + a +
b = 4 dus a + b
= 3
x = 2 geeft 4 + 2a
+ b = 10 dus 2a + b = 6
Hieruit
volgt dat a = 3 en b = 0
en dus x2 + 3x als kwadratisch verband
8 8/9 · 9
9/10 = 82 + 3 · 8 = 88, reken maar na!
Om het wat
anders te bewijzen:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten