Via
de Bernoulli Gazet, periodiek voor wiskunde-alumni van de Rijksuniversiteit
Groningen kwam ik op de hoogte van het overlijden van dr. H. J. Buurema. Hij was
de docent waar ik in 1966 het vak Numerieke Analyse volgde.
In
een blog over rekenhulpmiddelen in het VWO http://www.aowiskunde.blogspot.nl/2014/06/rekenhulpmiddelen-in-het-vo.html
schreef
ik o.a.:
“Wat rekenen op de universiteit betreft: we hadden ook nog
college Numerieke Analyse, dat gevolgd werd door een practicum, waar we met een
ingewikkelde telmachine waaraan driftig gedraaid moest worden onze berekeningen
moesten maken. Ik geloof iteratieve processen of iets dergelijks, ’t Is al lang
geleden en het practicumschrift heb ik ook al niet meer”.
Dat ging dus inderdaad over die
lagerejaars-practica uitgevoerd met behulp van zogenaamde “koffiemolens”,
mechanische rekenmachines waar je aan moest zwengelen om bewerkingen uit te voeren, zoals het In
memoriam gewijd aan dr. Buurema vermeldt.
Ze zagen er zo uit:
Een filmpje op YouTube laat iets van
het werken met zo’n rekenmachine zien:
En er bleek zelfs een website te zijn
met een interactieve mechanische rekenmachine:
Prachtig, zo’n Duitse naam: Sprossenradmaschine.
“Ein Sprossenrad
ist ein Zahnrad mit verstellbarer Zähnezahl“ https://de.wikipedia.org/wiki/Sprossenrad
. Dat woord Sprossenrad schijnt geen
Nederlandse vertaling te kennen.
Maar goed, dat college en het
practicum Numerieke Analyse. Ik heb het practicumschrift weer gevonden! Vier
middagen in maart 1966 zijn we aan het rekenen geweest aan drie opdrachten.
De eerste opdracht: Bepaal met
Newton-Raphson in 4 decimalen de kleinste positieve wortel van cos x . cosh x = - 1. Het antwoord: 1,8751.
Bij de tweede opgave wordt de z.g.
Trapeziumregel toegepast:
En de derde opgave hield het inverteren
in van een 3 x 3-matrix, waarvan de elementen allemaal getallen tussen 0 en 2
in 2 decimalen waren.
Ik haalde een mooi cijfer voor dat
practicum, ik vond het ook leuk, dat rekenen.
In het In memoriam wordt ook nog gerefereerd aan de ZEBRA, de eerste rekenmachine van het Mathematich Instituut. Ik herinner me de open dag van de Universiteit in het voorjaar van 1964, waarbij we als voorgenomen wiskundestudenten ook ontvangen werden op dat instituut. Natuurlijk werd toen die rekenmachine gedemonstreerd.
De keldergewelven stonden vol met
grote kasten vol met omvangrijke elektronica en op een bureautje stond een printer
en een toestelletje met een klein schermpje dat er uit zag als een radarscherm.
Daar liet men vol trots een sinusgrafiekje op lopen en een kogelbaanparabool
zien.
Verder hebben we nooit met die zeer
eenvoudige binaire rekenapparaat te maken gehad want toen we aan programmeren
toekwamen was er dus een nieuwe generatie computer beschikbaar.
Ik heb leren programmeren in ALGOL en
mijn schrapkaarten erop laten draaien waarvan je een print op van die
kettingbladen kon ophalen aan de Grote Rozenstraat met het resultaat (voor
zover er geen verkeerd geponste schrapkaart in je stapeltje zat of nog erger,
als er geen fout in je programma zat). Mijn programma deugde, ik had er nog een
naar bleek originele loop in zitten die de waardering kreeg van de assistent
die het practicum begeleidde. Helaas, dat is allemaal niet bewaard gebleven.
Ondertussen, dr. H.J. Buurema was een
hele aardige docent, niks professoraals, een beetje een kwajongen, maar enthousiast,
iemand die z’n vak geliefd maakte door het met plezier en overtuiging te
doceren.
Ten slotte, er bestond een kring van
lefhebbers van historische rekeninstrumenten in Nederland, www.rekeninstrumenten.nl , maar de
website laat weinig activiteiten meer zien.
Tijdens de viering van het 90-jarige
jubileum van de NVvW in april 2015 in Theater Gooiland was er ook een
uitgebreide tentoonstelling van allerhande historische rekeninstrumenten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten