In
het Nomenclatuurrapport 2007 van de NVvW komt de zinsnede "Bij gebruik van
de GR moet(en) de gebruikte optie(s) vermeld worden" voor. Het College
voor Examens heeft inmiddels een groot deel van dit nomenclatuurrapport een
officiële status gegeven in de z.g. “Examen(werk)woorden"-lijst, maar deze
regel komt daarin niet voor. Het CV bij de examens lijkt dat ook overbodig te
maken omdat daarin de vakspecifieke regel 2 is opgenomen, waarin staat dat bij
vragen waarbij de GR moet worden gebruikt verslag
gedaan moet worden hoe dat gebeurt.
Geen GR-taal maar wiskunde-taal belonen.
Ik
vraag me af of we op het examen eigenlijk niet zonder die regel kunnen, dus zonder
de eis van een beschrijving van de gebruikte GR-opties, na het aangeven van het
wiskundige oplossingsmodel. Voegt het vermelden van dat knoppenverhaal iets toe
als de wiskundige verantwoording al op papier staat?
Wat
mij betreft: schaf het geven van een punt voor "beschrijven hoe deze
vergelijking kan worden opgelost" soms met toevoeging" (met de
GR)" af. En vraag er wiskunde voor in de plaats.
Bij
voorbeeld: het correctiemodel van vraag 5 in het examen HAVO wiskunde A 2012 tijdvak 1
geeft eerst een punt voor "De vergelijking 16· 0,88t = 4 moet opgelost worden" en daarna een punt voor
"Beschrijven hoe deze vergelijking (met de GR) kan worden opgelost".
Bij de examencorrectie ontstaat dan vaak de discussie of het eerste punt ook
verdiend is als alleen de tweede stap correct gemaakt is en impliciet blijkt
dat de leerling, bewust of onbewust, de juiste vergelijking opgelost heeft, dus
als er alleen zoiets staat als y1
= 16· 0,88x en y2 = 4, interesect geeft x = 10,644 waarna het antwoord op de
vraag volgt. Volgens mij wordt dan het kunstje in plaats van de wiskunde
beloond terwijl juist die vergelijking de wiskundige kern van de oplossingsstrategie
vormt.
Inmiddels
hebben veel grafische rekenmachines trouwens ook andere mogelijkheden voor: via
(equotation) solvers, voorgeprogrammeerde abc-formules en dergelijke en hoe
deze greep in de trukendoos verantwoord moet worden door een leerling, daarover
zijn geen richtlijnen.
Niet hoe, maar wat.
Het
lijkt mij in de toekomst een wiskundig beter begaanbare weg toe als er voortaan
geëist wordt dat de kandidaat wel de op te lossen vergelijking in correcte
wiskundige taal noteert en daarna de oplossingen, maar dan zònder een
GR-verantwoording en een punt daarvoor. Want als de oplossingen juist zijn dan
heeft de kandidaat ongetwijfeld de juiste (routine-)handelingen op z'n GR gepleegd
en hoeft hij daar niet (soms vaak meerdere malen in een examen) voor beloond te
worden. Als de oplossingen fout zijn dan wordt hij ook niet beloond voor een
goed bedoelde maar verkeerd uitpakkende beschrijving van zijn GR-handelingen,
waarvan je soms niet kunt nagaan wàt er fout kan zijn gegaan.
De
zinsnede "een toelichting is vereist" bij de opdracht
"bereken" kan, als het niet gaat om een exacte of algebraïsche
berekening, dus beter slaan op een wiskundige verantwoording van wat de kandidaat doet en niet op hoe die het doet. Dat "wat"
is dan het opstellen van een vergelijking vanuit de context waarin de vraag
aangeboden wordt met de intentie die te willen oplossen. Het "hoe",
een meestal wat schimmig, in soms cryptische en vaak erg onvolledige “GR-taal”,
weergegeven verhaal dat meer op programmeren dan op rekenen lijkt, is toch
minder belangrijk?
Wordt
er, bij de B-vakken, echter aan de vraag "algebraïsch" of
"exact" toegevoegd, dan is het natuurlijk de bedoeling, zowel volgens
het Nomenclatuurraport als in lijst Examen(werk)woorden, dat er stap voor stap
gewerkt moet worden (zonder GR) en in die gevallen is de beloning voor
"beschrijven hoe deze vergelijking wordt opgelost" terecht, omdat het
het weergeven van een eigen denkproces is. Dan zullen de stappen op zich in het
antwoordmodel ook meestal nader gepreciseerd en gewaardeerd worden.
Het
niet langer belonen van basis- en routinehandelingen met de GR zoals intersect,
solve of wat dan ook voorkomt overigens ook dat een verkeerde
oplossingsrichting die op minder of meer gespannen voet staat met context van
de vraag het omschrijven van het GR-gebruik toch wordt beloond, omdat formeel
voldaan wordt aan wat er in het CV staat. Een wat mij betreft ongewenst vorm
van sprokkelen.
GR en kansrekening.
Naast
het oplossen van vergelijkingen zijn er bij wiskunde A (en C) andere situaties
waar de GR wordt ingezet zijn, zoals berekeningen met betrekking tot binomiale
en normale kansverdelingen.
Ook
hier is het zo dat het CV vaak eerst een punt geeft voor de beschrijving van de
binomiale of normale verdeling die aan de orde is, inclusief een expliciete
vermelding van de parameters, waarna dan gevraagd wordt te beschrijven hoe met
de GR de betreffende kans wordt uitgerekend. En dan is ook hier weer het
dilemma aan de orde, of je de punten moet geven voor bijvoorbeeld een notatie
als P(4,5 ≤ X <5,5 | μ = 5,4; σ = 1,9) of dat aan de opdracht al voldaan is met
de notatie normalcdf(4.5, 5.5, 5.4, 1.9) (en mijn TI dan netjes vraagt om
lower, upper, μ en σ: een kind kan de was doen!)
Vergelijkbaar
zijn de bijvoorbeeld in het CV met punten beloonde stappen "het aantal
hooikoortslijders X is binomiaal
verdeeld met n = 135 en p = 0,13" en "beschrijven hoe P (X
≤ 26 | n = 135, p = 0,13) berekend kan worden" waar leerlingen vaak meteen
"in de aanval" gaan met alleen het opschrijven van binomcdf (135,
0.13, 26). Mijn TI vraagt keurig om de trials, p en x value als je
binmocdf aanklikt. Moet je een invuloefening belonen?
N.B.
Het CV is in zulke gevallen tamelijk expliciet als het gaat om wat er
opgeschreven moet worden, maar elk jaar is er in de examenfora discussie of het
met “minder” kan.
Wat
mij betreft leren we de kandidaten (en eisen we dat ook op het CE) om de zaken
wiskundig formeel correct op te schrijven, dus aangeven wat voor verdeling het
is, met de bijbehorende parameters, en welke kans er berekend moet worden, zo
mogelijk compleet met de P- notatie inclusief
wat achter het | moet komen te staan en nemen we geen genoegen met impliciete GR-taal.
Dàt is de wiskunde.
Als
je bij eenvoudige berekeningen met +, -, ×, :, sin, cos, wortel of exponent
etc. een intypfout maakt wordt die ook afgestraft en krijg je ook geen punt
voor de goede GR-bedoeling als je zou aangeven hoe je de GR wilde gebruiken.
Laat dat in andere gevallen ook zo zijn, zeker nu het gebruik van de GR steeds
verder versimpelt en trucmatig wordt dankzij de "hulpvaardigheid" van
de producenten ervan.
GR in CE (uit 2012)
Ik
ben het HAVO wiskunde A examen 2012 eerste tijdvak nog eens nagelopen op het
gebruik van de GR.: dat was 10 keer, waarvan zo'n 5 keer een vergelijking moest
worden opgelost, of eigenlijk vaker, want bij vraag 16 is de vergelijking normalcdf
(-10^99, x, 178,14) = 0,05 aan de
orde, die dankzij voorgeprogrammeerde solve-instellingen gereduceerd wordt tot
een invuloefening. Via invNorm vraagt de TI bij mij om de oppervlakte (area) μ
en σ. Een normaalkromme met de juiste gegevens op de juiste plaats of P(X ≤ x
| μ = 178, σ = 14) lijkt me toch veel meer van inzicht te getuigen.
Vermeldenswaard
is nog dat het opstellen van een lineaire formule bij vraag 21 heel snel en
eenvoudig kon met de optie LinReg en de groeifactor van vraag 11 met ExpReg. In
het eerste geval worden er in het CV geen nadere eisen gestel aan de
berekening, in het tweede wordt de gebruikelijke berekening expliciet vermeld.
Vraag
12 leende zich, gezien de discrete context, trouwens naast de intersect-aanpak
ook voor een oplossing via een tabel met gehele waarden voor de variabele.
Kijk
ik naar HAVO wiskunde B, dan komt in het CV 3 keer de opmerking
"beschrijven hoe deze vergelijking opgelost kan worden" (en inderdaad,
het mag zonder GR geprobeerd worden, maar het eventuele meerwerk wordt niet
extra beloond).
Daarnaast
telde ik 6 vragen waarvan de oplossing exact of algebraïsch moest worden
gevonden. De te maken stappen, die in het CV expliciet vermeld staan, leveren dan
ook navenant meer punten op.
Op
het VWO speelt bij wiskunde B het gebruik van integraalopties van de GR een
rol. Ook hier is het toepassen van deze opties dankzij zaken als natural
textbook display vervallen tot een simpele invuloefening, het overnemen van de
opgestelde integraal. Overigens, die natural display verkoopt stiekem exacte
knollen voor benaderde citroenen door antwoorden in de vorm van breuken of wortels
dan wel met pi te geven.
Kortom,
er is nog enige tijd te gaan voor de zaken in 2015 weer op de schop gaan en
twee of drie jaar later geëxamineerd worden. Misschien is het dus een punt van
discussie in de aanloop van de komende wijzigingen om ons nog eens goed te
bezinnen op de rol van de GR, maar met name ook op waardering en de beloning van
de rol die de GR speelt bij het oplossen van wiskundige problemen. Gaat het ons
nou om knoppenvaardigheid of om het tonen van wiskundig inzicht? De vraag is
dus: heeft het weergeven van de wiskundige oplossingscontext meer waarde dan
het aangeven van de GR-procedure die in die context wordt toegepast?
(gebaseerd op een eerder door mij gepubliceerd artikel in Euclides, maart 2013)
lees ook: http://aowiskunde.blogspot.nl/2013/10/de-gr-in-het-ce-en-ict-in-het-se.html
lees ook: http://aowiskunde.blogspot.nl/2013/10/de-gr-in-het-ce-en-ict-in-het-se.html
Het onderscheid tussen "rekenmachinetaal" en "wiskundetaal" vind ik erg kunstmatig. In de rekenmachine zitten diverse wiskunde functies ingebouwd, die opgeroepen kunnen worden soms met een menuutje, soms door de parameters op de juiste plek in te voeren. Als een apparaat het mogelijk maakt om P(X ≤ x | μ = 178, σ = 14) in te vullen- (al dan dan niet met invoervelden) is het dan wel wiskundetaal ?? Wat is het verschil met de huidige interface ??. Ik denk dat het onderscheid geen harde basis heeft ,maar meer te maken geeft met gewoontes
BeantwoordenVerwijderen