CvE wees me nog op de disclaimer in de antwoordmails:
Disclaimer:
het antwoord op de vraag die wordt gesteld is specifiek bedoeld als antwoord op
díe vraag van díe vraagsteller, niet voor verdere verspreiding. Het CvE is op
de hoogte van het gegeven dat deze antwoorden door de vraagsteller verder
(fora, communities, digischool, examenbesprekingen etc.) kunnen worden
verspreid. Het CvE hecht eraan te melden dat het antwoord aan de individuele
vraagsteller slechts gelding heeft in het contact met de individuele
vraagsteller.
In het CV HAVO
wiskunde B 2014 tijdvak 1 staat bij vraag 1.
1 punt voor “de
vergelijking 50 = … moet opgelost worden” en daarna bij vraag 2
1 punt voor
“beschrijven hoe deze vergelijking kan worden opgelost”
Dat laatste kan
algebraïsch tot en met 0,5 ^ t = 1/3000, daarna is een
rekenmachine nodig.
Maar met de grafische
rekenmachine zou die beschrijving moeten luiden:
y1 = 50, y2 = 100 / (
1 + 3000 * 0.5 ^ x) en intersect geeft x = 11,55.. (en y = 50) (waarna het
derde punt verdiend wordt met het antwoord: na 12 jaar.
Elk jaar keert de
discussie terug of de eerste punt mag worden toegekend als een leerling de
vergelijking niet expliciet opschrijft, maar alleen bij de tweede stap met de
GR impliciet aangeeft dat hij de vergelijking (blijkbaar) op lost (maar
eigenlijk het snijpunt van 2 grafieken uitrekent) Overigens kan de oplossing
ook gevonden worden met de SOLVER door 0 = 50 – 100 / (1 + 3000 * 0.5 ^
x) in te voeren. Dan wordt in ieder geval een vergelijking genoteerd (hoewel
veel leerlingen zich dan beperken tot de opmerking dat ze de SOLVER gebruiken).
Is het terecht dat in
zo’n geval de eerste punt toch wordt toegekend?
En zijn er
conventies, waaraan de beschrijving minimaal moet voldoen?
In de syllabi wordt
aan de z.g. GR-taal, die bij beschrijven hoe een vergelijking moet worden
opgelost met de GR minimaal noodzakelijk is, weinig tot geen aandacht besteed
en er zijn geen officiële voorbeelden hiervan.
EEN (EERSTE) ANTWOOTD
/ REACTIE.
Leerlingen mogen bij
een CE waar de grafische rekenmachine is toegestaan alle functionaliteiten van
dat apparaat gebruiken, tenzij in de vraag nadrukkelijke aanwijzingen zijn
gegeven over de te volgen oplosmethode (bv exact). Wel dient een leerling in
zijn/haar uitwerking duidelijk te maken hoe hij/zij aan het antwoord gekomen
is. Het is aan de docent in de rol van corrector (eventueel in overleg met de
2e corrector) om te bepalen in hoeverre een leerling daarin geslaagd is.
DE VRAGEN DUS NOG MAAR EENS HERHAALD:
Ik heb de indruk dat
u eigenlijk alleen mijn tweede punt beantwoord hebt met uw opmerking:
“Wel dient een leerling in
zijn/haar uitwerking duidelijk te maken hoe hij/zij aan het antwoord gekomen
is. Het is aan de docent in de rol van corrector (eventueel in overleg met de
2e corrector) om te bepalen in hoeverre een leerling daarin geslaagd is.”
al moet ik zeggen dat
dat “duidelijk maken” ook gezien de reacties in de examenfora een nogal ruim te
interpreteren criterium is als het over GR-gebruik gaat, waarin de ene strenger
is en de ander toleranter en waarover niets op papier staat, in tegenstelling
tot de beantwoording van vragen waarin woorden uit de Examen(werk)woordenlijst
voorkomen, zoals algebraïsch, exact, onderzoek etc.
Maar het eerste punt,
het niet expliciet vermelden van een vergelijking die moet worden opgelost
zoals in het eerste bolletje staat vermeld, maar het wel voldoen aan het tweede
bolletje, door te vermelden hoe met de GR SNIJPUNTEN worden berekend van de
grafiek van het linker- en rechterlid (zie mijn voorbeeld hieronder), daar zie
ik geen antwoord op. Zoals gesteld, er zijn een aantal collega’s, die vinden,
dat als aan de tweede stap is voldaan, door de invoer duidelijk genoeg aan te
geven, de eerste stap, die er niet staat, toch gehonoreerd kan worden.
Hetzelfde doet zich
(min of meer) voor bij CE HAVO wiskunde A 2014 tijdvak 1 vraag 10:
- het eerste
bolletje: ... normale verdeling met m = 1,45 ... P(0,54<r.w.<2,36)=90
- het tweede
bolletje: gebuik normaleverdelingsfunctie… (dus normalcdf (0.54,2.36, 1.45,
x)=0,90 op de één of andere manier oplossen)
waarin denk ik veel
leerlingen meteen normalcdf (0.54,2.36, 1.45, x)=0,90 op papier zetten en het
eerste overslaan.
Of bij vraag 12, 2e
uitwerking:
- het eerste
bolletje: ... binomiale verdeling ... X = het aantal schaatsers met een afwijking, n =
5, p = 0,06 ( (P X<=0)
- het tweede bolletje
(met GR) binomcdf (5, 0.06, 0) = 0, 73... (binompdf (5, 0.06, 0) =
0,73... levert hetzelfde antwoord maar is misschien niet de bedoeling)
waar veel leerlingen
niet de eerste regel maar wel meteen de tweede regel opschrijven. Dan wordt
vaak zowel het eerste als tweede punt gegeven.
In beide gevallen
maakt de tweede regel wel duidelijk om wat voor verdeling het gaat en weten de
leerlingen de variabelen op de juiste plaats neer te zetten, maar het
essentiële inzicht over de toevalsvariabele, zijn parameters en de kans die
daarmee berekend wordt ontbreekt.
En vaak komen er
onjuiste variabelen te staan en gaan collega’s “sprokkelen”, terwijl er
dan geen inzicht is of de leerling echt begrepen heeft hoe de betreffende
verdeling hier toegepast wordt.
De vragen hierboven,
waarvan het CV kennelijk wenst dat eerst in “wiskunde-taal” het probleem
gemathematiseerd wordt, wordt dus vaak beantwoord door alleen aan te geven hoe
het antwoord met de GR beantwoord moet worden en dus in “GR-taal” vertaald en
dan toch volledig beloond.
Ik hoop daar graag
een visie over te horen.
(tekst voor de duidelijkheid een beetje aangepast)
WAAROP HET CvE ANTWOORDT:
Als een kandidaat de juiste
waarden/grootheden heeft ingevuld en juist gehanteerd, geeft hij inzicht dat
hij de formule begrijpt. U kunt conform het correctievoorschrift de scorepunt
toekennen.
MEER DUIDELIJKHEID GEVRAAGD.
Uw antwoord is mij niet echt duidelijk.
Ik herhaal de
kernvraag:
In het CV HAVO
wiskunde B 2014 tijdvak 1 staat bij vraag 1.
1 punt voor “de
vergelijking 50 = … moet opgelost worden” en daarna bij vraag 2
1 punt voor
“beschrijven hoe deze vergelijking kan worden opgelost”
Dat laatste kan
algebraïsch tot en met 0,5 ^ t = 1/3000, daarna is een
rekenmachine nodig.
Maar met de grafische
rekenmachine zou die beschrijving moeten luiden:
y1 = 50, y2 = 100 / (
1 + 3000 * 0.5 ^ x) en intersect geeft x = 11,55.. (en y = 50) (waarna het
derde punt verdiend wordt met het antwoord: na 12 jaar.
Elk jaar keert de
discussie terug of de eerste punt mag worden toegekend als een leerling de
vergelijking niet expliciet opschrijft, maar alleen bij de tweede stap
met de GR impliciet aangeeft dat hij de vergelijking (blijkbaar) op lost.
Is het terecht dat in
zo’n geval de eerste punt toch wordt toegekend?
Het gaat om een
antwoord ja of nee.
De tweede vraag was:
En zijn er
conventies, waaraan de beschrijving minimaal moet voldoen?
En dat gaat het er
niet om welke functionaliteiten ze mogen gebruiken, maar om hoe ze dat moeten
opschrijven. daar zitten veel collega’s mee.
DUIDELIJKHEID.
DE Examenlijn antwoordt nu:
U vraagt de Examenlijn om een uitspraak over
(juiste) toepassing van de correctieregels. Die uitspraak doen we niet. De
Examenlijn beantwoordt vragen van docenten, examensecretarissen, schoolleiders
en het LAKS over de centrale examens in het VO. Dergelijke vragen hebben
betrekking op (inhoudelijke) onvolkomenheden die vragenstellers in
centraalexamenopgaven en/of de correctievoorschriften menen te zien. De
Examenlijn onderzoekt of er inderdaad sprake is van een onvolkomenheid en gaat
na of maatregelen noodzakelijk zijn.
Uw vraag heeft hierop geen betrekking. Het is
onze overtuiging dat onderstaande antwoorden van de Examenlijn volstaan als
volledige antwoorden op uw vragen.
Het correctievoorschrift bestaat uit
algemene, vakspecifieke en vraaggebonden beoordelingsregels. Die zijn bindend
en u past deze toe op grond van uw eigen deskundige oordeel en op een voor u te
legitimeren manier. De tweede corrector mag het wel vakinhoudelijk oneens zijn
met de eerste corrector. Het is dan aan beide professionals om hier uit te
komen.
EINDE DISCUSSIE.
Mijn slotreactie:
Het betreft inderdaad
geen inhoudelijke onvolkomenheden in opgaven of correctievoorschriften maar
interpretatie.
Ik ben het helemaal
met u eens zoals u het stelt in uw derde alinea: toepassen op een voor de
corrector te legitimeren manier en dat vakinhoudelijk kunnen verantwoorden aan
de 2e corrector.
Desalniettemin hoop
ik dat het College voor Examens of welk echelon ook zich nog eens wil buigen
over de (juiste) toepassing van de correctieregels in de zin van de door mij
gemaakte opmerkingen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten